Ontrafelen is de basis van het creatieproces. Een proces waarbij rafelranden letterlijk en figuurlijk zichtbaar mogen zijn.
Rafelige Randen
Rafelranden verwijst naar de onafgewerkte randen van textiel, naar de draden die door de minste wrijving loskomen. Het is gebruikelijk om textielranden af te werken om te vermijden dat naden loskomen en stoffen uitrafelen.
Rafelranden hebben soms een negatieve connotatie, ze worden gezien als slordig, van mindere kwaliteit en dus minderwaardig. Ik zie dat anders. Rafelranden symboliseren voor mij een aantal positieve waarden:
Individualiteit
Authenticiteit
Imperfectie
Vergankelijkheid
Beweging
De draden van een stuk textiel zijn verweven met elkaar. Ze vormen een vast en stevig stuk textiel. Soms komen draden los uit dat weefsel. Die loszittende draden kunnen onafhankelijk van de verweven draden bewegen. Ze bezitten een zekere individualiteit. Loszittende onafgewerkte rafelende randen geven een stuk textiel karakter en authenticiteit. Dit hoeft niet gezien te worden als een imperfectie die afgewerkt of verborgen moet worden. Geweven stoffen die versleten zijn, verweerd door de tijd, hebben gaten met rafelranden. Die verweerdheid toont de vergankelijkheid van textiel. Door wrijving worden de vezels dunner om ten slotte helemaal te verdwijnen.
Die redenering kan je van het textiel doortrekken naar mensen. Hoewel de meeste mensen graag in groep vertoeven zijn ze elk uniek. Elke persoon is anders, iedereen heeft een eigen verhaal, een eigen individualiteit.
Mensen mogen authentiek zijn, zichzelf zijn, zolang ze elkaar en de omgeving respecteren. Ze hoeven zich niet anders voor te doen dan ze zijn. Hun verlies en verdriet is een stukje van henzelf en onlosmakelijk met hen verbonden.
We streven naar geluk, naar positieve ervaringen. Die momenten delen we graag met elkaar. Ze verbinden ons. Maar het leven loopt niet altijd zoals we het graag willen. Soms gebeuren er minder prettige dingen. De mens en het leven zijn niet perfect. Die imperfectie mag er ook zijn.
Het leven is eindig, zo ook de verschillende fases in ons leven. Vergankelijkheid hoort bij het leven en vroeg of laat worden we er allemaal mee geconfronteerd. We doorlopen verschillende fases in ons leven en bekleden verschillende rollen. We wisselen voortdurend van rol, als partner, ouder, kind, collega, vriend, klant, cliënt, patiënt … We zijn voortdurend in beweging. Verlies betekent vaak ook een rol die verdwijnt. Nadat je je job verloren hebt, ben je niet meer die collega. Nadat je partner gestorven is, ben je niet meer die echtgenoot.
Ik zie mezelf als ontrafelaar: iemand die luistert naar verhalen en zoekt naar de betekenis die de verteller eraan geeft. Ontrafelen is de basis van het creatieproces. Een proces waarbij rafelranden letterlijk en figuurlijk zichtbaar mogen zijn.